Alles over viscose

Je hebt ongetwijfeld iets van viscose in huis. Deze veelzijdige, halfsynthetische stof wordt overal voor gebruikt: kleding, voeringstoffen, gordijnen en zelfs vloerkleden. Waarschijnlijk ken je het vooral als kledingstof. Viscose heeft veel dezelfde eigenschappen als katoen: het is ademend, voelt zacht, is huidvriendelijk en het draagt net zo fijn als zijde.

Perfecte zomerstof! 
Viscose kom je in verschillende verschijningen tegen: van een soepele geweven stof, met of zonder stretch, tot een heerlijk zachte tricot. Dacht je dat katoen de fijnste stof is om in de zomer te dragen? Misschien moet je viscose ook een kans geven. Viscose blijft koel aanvoelen op de huid en de stoffen zijn vaak net iets dunner dan katoen. Het is de perfecte stof voor zwierige (zomerse) kleding. De stof valt soepel en wappert in de wind, maar is niet statisch! Niets vervelender dan dat een zwierige jurk of blouse steeds aan je lichaam vastplakt toch? Hoe is viscose ontstaan?
Viscose is eind 19e eeuw uitgevonden. Vroeger werd het vooral gezien als een betaalbaar alternatief voor zijde. Viscose valt soepel, glanst een beetje en voelt licht en zacht aan. De stof is half-synthetisch. Het heeft een natuurlijke oorsprong en is biologisch afbreekbaar, maar is wel bewerkt. Viscose heeft als natuurlijke grondstof cellulose, dit is afkomstig van onder andere de beuk, eucalyptus, spar en bamboe.

De cellulose wordt behandeld, hierdoor wordt het een stroperige massa. Vervolgens wordt deze massa door een spuitdop geduwd. De draden die hier uit komen worden hard zodat dit garens worden. Vervolgens worden deze garens geweven of gebreid tot een stof. Vaak wordt viscose gecombineerd met andere stoffen, zoals elastan voor de stretch, of polyester: zodat het minder snel kreukt. 
Naaien met viscose
Viscose is super veelzijdig! Je kunt er van alles mee maken: van een sierlijke rok tot een fijn tricot shirt. Als je gewend bent om met katoen aan de slag te gaan, kan het wat lastiger zijn. Viscose is veel soepeler en het kan daardoor even wennen zijn om het te knippen en te naaien. Vaak zijn stoffen van viscose ook wat dunner dan katoen. Het kan helpen om een stukje patroonpapier onder de stof te bevestigen, zo wordt het steviger en verdwijnt het niet zo snel in je naaimachine. Het patroonpapier is zo dun, dat je dit na het naaien er eenvoudig tussenuit trekt. 
Verzorging
Viscose is een stuk minder sterk als het nat wordt. Daarom is het belangrijk dat je het voorzichtig wast! Ga daarom niet woest vlekken eruit wrijven of borstelen. Ook in de wasmachine moet je erom denken dat er geen scherpe voorwerpen bij zitten. Pas bijvoorbeeld op met jeans en vesten met ritsen en knoopjes of een jurkje met pailletten. Was viscose kleding niet warmer dan 30 graden, anders kan de stof gaan krimpen. Het zou enorm zonde zijn als jouw creatie beschadigt in de was! De laatste wastip: laat de wasmachine niet te hard centrifugeren, zodat jouw viscose kledingstuk er minder kreukelig uit komt.

Twijfel je of de stof die jij in huis hebt gemaakt is van katoen of viscose? Dit kun je zelf eenvoudig testen. Trek een wat langer draadje (6-10 cm) uit de stof en maak een klein stukje in het midden van de draad nat. Trek nu het draadje kapot: is het geknapt in het natte stukje of in een droog stuk? Als het op het natte stukje geknapt is, is het viscose. Is het draadje in een droog stuk geknapt, dan is het katoen.